Design Thinking in 5 stappen

Design Thinking is een manier waarin we denken en maken zoals een ontwerper. Het is een manier om oplossingen te vinden voor moeilijke problemen. ‘Harige vraagstukken’ noemen we die ook wel eens. Soms zijn het vragen over grote problemen in de wereld. Het klimaatprobleem bijvoorbeeld.

Het is een manier die heel goed werkt om op een leuke, snelle manier ontwerpen te maken. Het draagt bij aan samenwerking, creativiteit, probleem oplossen en vooral aan enorme motivatie en betrokkenheid.

Iedereen is creatief

Het ontwerpen gaat niet stap voor stap, maar juist warrig en kan alle kanten op gaan. En dat is niet erg, laat het gebeuren. Stimuleer elkaar in het uitproberen. Moedig elkaar aan om te praten met mensen waarvan je niet verwacht dat ze de oplossing hebben. Dat zijn de mensen die je vaak het meest kunnen verrassen. Iedereen is creatief, dus jij ook! Ideeën worden snel en vaak op papier gezet. Dat mag geschreven, maar tekenen is beter. Het is niet erg wanneer je niet goed kunt tekenen.
Het hoeft niet perfect.

Het zijn de vragen die meestal beginnen met ‘hoe kunnen wij…’ en die niet zo snel of gemakkelijk te
beantwoorden zijn.

Bijvoorbeeld: hoe kunnen we minder energie gebruiken in onze school, zodat we het klimaat kunnen sparen én minder geld uitgeven?

Er worden met deze manier van werken producten ontworpen, zoals slimme energiemeters, of apps die je helpen beter te leven. Maar Design Thinking kan ook gebruikt worden om afspraken mee te ontwerpen, of een manier van werken, waar iedereen zich aan kan houden.

Design Thinking is een methode die de ‘gebruiker’ in het middelpunt zet. Voor wie maak je nu eigenlijk deze oplossing? Dát is je gebruiker. Door je in te leven in die gebruiker, hem vragen te stellen, of hem zelfs te betrekken, kunnen ideeën ontstaan die ook echt passen bij hem of haar. Of misschien zijn er wel meer gebruikers! En willen die dan allemaal hetzelfde? Wat kunnen we maken dat past bij wat iedereen wil?

Design Thinking is een proces dat bestaat uit 5 stappen

Stap 1 noemen we ‘empathize’

Oftewel: leef je in. In deze stap ga je samen op zoek naar wat je allemaal al weet over het onderwerp. Wat zit er al in je hoofd? Wat heb je wel eens gezien? Of: Wat doe je al? Daarna probeer je je in te leven in je gebruiker. Wat zou iedereen die met ons ontwerp gaat werken willen? Wat willen ze dan zien, of denken? Misschien willen ze iets horen of voelen!
In deze fase ga je ook bekijken waar je uitdaging ligt. Als je gebruiker dít wil, waar moeten we dan aandacht aan besteden? Wat is voor ons, ontwerpers, belangrijk?

Stap 2 is de fase waarin je een precieze vraag gaat maken die je moet gaan beantwoorden.

Deze fase noemen we de ‘define’ fase. Het klimaatprobleem is natuurlijk een heel groot probleem. Welk stukje daarvan zou je in jouw situatie al kunnen oplossen? In de eerste fase heb je gezien waar jouw uitdaging ligt. Daarvan maak je hier een zin die begint met ‘Hoe kunnen wij…?’. Dit is de vraag waar je in de rest van het proces antwoord voor gaat ontwerpen.

Stap 3 is de brainstorm fase

De volgende stap is de creatiefste fase, want hier gaan we ideeën bedenken. ‘Ideate’ noemen we deze fase, oftewel: ontwerp! Het is belangrijk dat je hier zoveel mogelijk ideeën gaat bedenken over hoe je jouw vraag zou kunnen oplossen. Hoe zou superman jouw vraag oplossen? Hoe zou je een paperclip, of een koffiekopje, of misschien wel een tijdmachine kunnen gebruiken om jouw idee op te lossen? Gekke vragen hè?! Soms kunnen dingen niet in het echt. Maar wat kun je verzinnen om jouw gekke idee zó te veranderen, zodat het toch kan? Dan wordt het pas echt leuk, creatief en onverwacht.

Stap 4 is de prototyping fase

De vierde stap van design thinking is de stap waarin je gaat tekenen, of beschrijven hoe jouw idee er uit moet gaan zien. ‘Prototype’ heet deze fase.

  • Wat is precies jouw idee?
  • Wat en wie heb je daarvoor nodig?
  • Wanneer kun je dit uitvoeren?

Je maakt een stappenplannetje om jouw idee écht tot uitvoering te brengen. En dan ga je dat idee ook maken! Let wel op, want als je voor het eerst iets maakt, gaat het (ook bij Apple en Google!) vaak mis als je het gaat testen. Het is belangrijk dat je weet dat je van fouten maken juist kan leren. Jouw idee wordt er alleen maar beter van!

Stap 5 is de testfase

In de laatste stap ga je namelijk jouw idee uitproberen. Werkt het zoals je bedacht had? Wat moet je nog aanpassen? Hoe kun je jouw idee nóg beter maken? Soms is het nodig dat je weer een paar stappen terug gaat in het proces om dit te bedenken. Geef de moed niet op!

  • Lukt het je om jouw idee écht te laten werken?
  • En past het echt bij iedereen die het wil gaan gebruiken?
  • Of hebben ze misschien toch nog andere wensen?

Pas je idee aan! Zo lukt het jou om een moeilijk probleem op te lossen. Het mooie is dat ook andere mensen er blij en gelukkig van worden en jij de wereld een stukje beter maakt. Veel succes!

 

Lees ook